Nina, de moeder van de vijfjarige Morrison Glas is hoogzwanger. Ze is dierenarts, heeft een kliniek aan huis, maar besluit nu het tweede kind op komst is voorlopig te gaan stoppen met haar praktijk. Vader Steven heeft een kleine garage naast zijn huis. Nina en Steven zijn dol op Morrison, maar hebben het in deze fase van hun leven te druk om zich met zijn opvoeding bezig te houden.
Morrison is een zachtaardig, vriendelijk ventje, ietwat onaangepast en bij tijden nogal eenzaam. De geringe bemoeienis van zijn ouders is de oorzaak van een groot misverstand dat niet alleen Morrison een hoop ellende bezorgt, maar ook zijn ouders en de politie een berg werk. Morrison ontdekt dat de nieuwe baby zijn kamertje gaat krijgen en uit opmerkingen van zijn ouders trekt hij de conclusie dat hij voorgoed zal moeten verhuizen naar een kamertje bij tante Zuster, een tante van zijn vader. Zij woont als non in een in de ogen van Morrison naargeestig klooster. Morrison is vastbesloten: hij gaat niet naar het klooster.
Als de baby onverwacht een week eerder dan gepland lijkt te komen, moet Morrison midden in de nacht naar het klooster worden gebracht. Morrison bedenkt een plannetje om te ontkomen. Hij verstopt zich, waarna er een grootscheepse zoektocht op touw wordt gezet door de politie en dorpelingen. Als Morrison dan ook nog zijn pasgeboren zusje 'Simone' kidnapt, breekt er grote paniek uit bij Nina en Steven. Zal dit avontuur van Morrison en zijn zusje goed aflopen?